Oordeel over publiceren portretten kan telkens anders uitvallen

De rubriek Over recht is vanaf nu in handen van Esther Mommers. Zij neemt het stokje over van Joost Becker die de afgelopen jaren maandelijks een bijdrage leverde. Het eerste stuk van Esther Mommers gaat over de rechtszaak die de RVD aanspande tegen Nieuwe Revu wegens publicatie van portretfoto’s van prinses Amalia.

In 2013 stond er een artikel van Marijn Schrijver in Nieuwe Revu met de titel ‘Amalia heeft een vriendje! En wat we volgens de mediacode nog meer niet mogen weten over onze koningin.’ Het artikel bevatte twee foto’s van de destijds zes jaar oude Amalia tijdens een training bij haar hockeyvereniging. In de tekst van het artikel werd door verschillende schrijvers kritiek geuit op de ‘Mediacode inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van leden van het Koninklijk Huis’, waarin richtlijnen worden gegeven voor ‘leden van de Pers’, die gaan over hoe de Rijksvoorlichtingsdienst de omgang met foto-opnamen van leden van het koninklijk huis ziet.

De Rijksvoorlichtingsdienst heeft aan Sanoma, uitgever van Nieuwe Revu, bericht dat publicatie van de foto’s van Amalia onrechtmatig was en dat een procedure voor de rechter gestart zou worden.

In die procedure oordeelt de rechter allereerst dat de mediacode geen regelgeving is op grond waarvan de vraag moet worden beantwoord of de publicatie van deze foto’s van Amalia rechtmatig was. Die vraag beantwoordt de rechter (daarentegen) op grond van de wet, door een belangenafweging te maken. Artikel 21 Auteurswet (het portretrecht) bepaalt dat een geportretteerde toestemming moet geven voor publicatie van zijn of haar foto. Vast staat dat hier geen toestemming was gegeven. In dat geval is publicatie niet geoorloofd, voor zover een redelijk belang van de geportretteerde, hier Prinses Amalia, zich daartegen verzet.

‘Een redelijk belang’ is een ruim begrip en dat belang kan in meerdere omstandigheden zijn gelegen. Hier werd geoordeeld dat het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de prinses zo’n redelijk belang is en dat dit recht door de openbaarmaking van de foto’s was aangetast.

(De aantasting van) dit recht moet dan tot slot worden afgewogen tegen de vrijheid van meningsuiting voor het publicerende blad, de journalist en/of de fotograaf. In het kader van die vrijheid was aangevoerd dat er een ‘public right to know’ bestaat over hoe prinses Amalia opgroeit en hoe zij wordt opgevoegd. De rechter gaat hier echter niet in mee. De hobby van prinses Amalia was al bekend gemaakt en desondanks is zij op de geplaatste foto’s vanaf een grote afstand vanaf de openbare weg gefotografeerd terwijl zij (in een privésfeer) bezig was met het beoefenen van haar hobby, een activiteit waarbij zij zich volgens de rechter onbespied mag wanen. Dat het hier ‘onschuldige’ foto’s betrof maakte die afweging niet anders.

De rechter oordeelt dat er onrechtmatig is gehandeld door de foto’s te publiceren en wijst een schadevergoeding van €1.000,– toe.

Dat het publiceren van foto’s van (bekende) personen voor de rechter altijd een kwestie is van belangenafweging in het concrete geval, wordt wel duidelijk nu er met betrekking tot professionele voetballers eerder werd geoordeeld dat er geen sprake was van schending van het portretrecht. Het Hof Amsterdam overwoog in die kwestie dat publiekelijk bekende personen die door hun beroepsuitoefening bekendheid genieten, er rekening mee hebben te houden dat het maken en publiceren van hun portretten gemaakt op algemeen publiek toegankelijk plekken, inherent zijn aan hun beroepsuitoefening. Hieruit volgt dat een dergelijke belangenafweging in iedere situatie anders kan uitvallen.

Lees de volledige uitspraken hier:
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2014:3806
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2013:4501

Esther Mommers is advocaat Intellectuele Eigendomsrecht en Internetrecht bij Dirkzwager te Arnhem (afdeling IE-IT, e-mail: Mommers@dirkzwager.nl, telefoon: 026-353 83 23).